De Moestuin

Ingredient

Witlof

terug

Over witlof hebben we al eens geschreven in verband met de verwantschap met andijvie en wilde cichorei. In de tweede helft van de 19-de eeuw ontdekte de tuinbaas van de Rijksplantentuin in Brussel bij toeval dat er aan wat grotere cichorium-wortels, die onder een laag aarde in de kelder waren opgeslagen, mooie stronkjes groeiden. En dat is nog steeds de manier om Brussels lof te telen. Ergens eind mei wordt gezaaid in diep doorwortelbare kalk-zandgrond. De plant mag niet gaan bloeien. In het najaar worden de wortels opgegraven om te worden geforceerd. Dat wil zeggen dat de wortel wordt ingekort, het loof 2 cm boven de wortel afgesneden, en vervolgens zet men de wortel in een laag vochtige turf, in het pikkedonker en onder warme temperatuur (ca 18 graden C). Als er licht bij het blad komt worden de bladen groen en bitter. Vergelijk: de buitenste groene bladen van de andijvie zijn ook bitterder dan het gele hart van de krop. Het bleken gebeurt ook wel met andere groenten (bleekselderij, asperges) en wel door genoemde methode of door aardewerken potten over de plant te zetten of bruin pakpapier om de stengels te binden. Ondanks het bleke kleurtje zitten er veel vitamines, mineralen en vezels in witlof.

Door combinatie met een zuur, citrusvrucht of azijn, krijgt de witlof een zoetere smaak. Ook koken maakt minder bitter maar dan wordt de kleur weer minder appetijtelijk; misschien is het mede daarom dat we ze vaak in de ham rollen en er kaas over strooien. Dat blijft wel een topper